Dat we mensen maken
Soms denk ik: waar komt hij nou weer vandaan. Dat jongetje dat daar vol ijver boekenloopt. En dan denk ik; oh ja, uit mij. Alsof dát zo logisch is.
Soms denk ik: waar komt hij nou weer vandaan. Dat jongetje dat daar vol ijver boekenloopt. En dan denk ik; oh ja, uit mij. Alsof dát zo logisch is.
(foto van Friso Kooijman) Acht uur was het gisteren en toen sliep ik. Of ja, vijf minuten over acht, want ik vroeg me nog precies vijf minuten bezorgd af of ik dan niet vanaf drie uur zou wakker liggen (niet dus). ‘Give peace a chance’ zong ik zachtjes en toen snurk. Komt door mijn knie natuurlijk,…
maar het is dan ook fantastisch poezennieuws: ze gedragen zich uitstekend. Ze liggen rond, ze eten oneindig veel brokjes, en ze hebben sinds mijn vorige blog die ik aan ze heb voorgelezen, NUL keer buiten de bak gepist of gepoept. Ze zijn, kortom, zo gelukkig dat ik bijna niet meer weet wat ik moet met…
De metro’s zijn steeds heel erg vol, vooral als we naar huis willen. Er wordt nauwelijks gepraat als het zo vol is. Vrijwel iedereen is verdiept in zijn telefoon. Ook twee zwaar opgemaakte meisjes in strakke leggings die eruit zien alsof ze net uit de sportschool komen -maar ik heb ontdekt dat dat mode is,…
Keelpijn, wat eerst een mugje was, zat vanmorgen als een volgroeide mot in mijn keel. Op zo’n moment ben ik zo blij dat ik geen opera zing. Zolang ik hersenen heb kan ik schrijven. En als ik op de radio moet, nou ja, dan fluister ik desnoods. Ik kan heel goed hees fluisteren. Vroeger had ik een…
Als je Woek vraagt of hij komt eten en hij kijkt net tv, dan zegt hij altijd: ‘nog éven dit kijken.’ Alsof er precies op dat moment iets heel spannends te zien is, een soort miniverhaal dat tot een zinderend einde moet, voordat de tv uit kan. Het duurt meestal maar een paar minuten, daarna…
We waren naar het bos gegaan. Dat kan tegenwoordig, er is een pontje. In het bos liepen we een rondje. Milo zat in de buggy, waar hij nooit in zit, dus dat was de attractie op zich. Omdat hij laat naar bed was gegaan, wilde hij alleen dat ik hem duwde. Ik zei steeds: ‘Goed Milo,…