Palen in zee

Mijn moeder is dood. Ze is afgelopen zondag overleden. Zaterdag kwam ik hier (Oegstgeest, het ouderlijk huis) toen leefde ze nog. Maar goed ging het niet. Ingevallen gezicht, ze had ook zuurstof, die niet hielp. Later had ze morfine, een klein beetje maar, zei de dokter, om haar met haar benauwdheid te helpen. Haar laatste gesprek met ons, aan tafel – mijn vader en broer er ook bij – ging over herfsttijlozen, en krokussen en dat ze zo mooi zijn deze tijd van het jaar. En dat mensen het verschil niet weten. ‘Krokussen zijn groter,’ zei ze. Denk ik.
Ze had zich zo verheugd op mijn komst, fluisterde ze ook nog tegen me (haar stem was al een week weg), ‘maar niet zo.’

De afgelopen vijf jaar heeft ze kanker gehad. Een zeldzame sarcoom, die begon in haar been, toen terugkwam in haar schouder, toen weer in haar been en uiteindelijk, augustus, twee maanden geleden nog maar, in haar longen. Januari dit jaar werd haar been geamputeerd. Grondig, inclusief heup, een hemipelvectomie, haar been gaf ze mee aan de wetenschap.
Ze bleek kampioen revalideren, mijn moeder. Met grote rust, ernst en aandacht gaf ze elke nieuwe situatie vorm, waarbij mijn vader minstens zo waardig niet van haar zijde week. ‘Mantelzorg’ was niet het juiste woord voor zijn houding. Hij ging waar zij ging, vanzelfsprekend. Ik zie twee mensen voor me, die moedig de berg op klimmen, ook al wil je niet naar de top. Steeds iets krommer door elke nieuwe tegenslag, maar zonder haperend ritme, en als er dan uitgerust moest worden, dan genoten ze samen van het uitzicht. Dat heb ik ervan geleerd: dat er in één moment meerdere gevoelens tegelijk kunnen bestaan. Schoonheid, verdriet, dood. Gevoelens die tegelijkertijd bestaan, soms nauwelijks met elkaar verbonden, of alleen in een onderstroom, als palen in zee.
Neem nu: in de achterkamer ligt de kist met mijn moeder. Op de voorgrond zitten mijn twee zonen met een dekentje, poes Dikkie steekt blij zijn nagels steeds opnieuw in het been van Aran. Ze mogen tekenfilms kijken, dat heb ik ze gisteren al beloofd: ‘We slapen bij opa met zijn drieën boven in het logeerkamertje en daarna mogen jullie tekenfilms kijken.’ Dus ze zaten klaar, strak om zeven uur. ‘Het is wel raar om hier te zijn,’ zei Aran vlak voor we de trap af slopen, ‘maar ook fijn.’

Vergelijkbare berichten

10 reacties

  1. Lieve Jowi,wat heb je dit allemaal goed verwoord.Wat fijn dat je jochies bij je zijn.Heel veel sterkte,helemaal voor maandag,dan zie ik je.Heel veel liefs van mij.

  2. Lieve Jowi, Dank je wel voor het delen. Het ontroert me. Veel zachte kracht in deze dagen en veel liefdevolle steun wens ik je.
    Marianne Klazen

  3. Lieve Jowi, wat een mooie tekst zodat we het ook een beetje kunnen meevoelen… we sturen je heel veel liefs en sterkte ook aan Edwin en de boys. Esther, Hans, Juliette en Eva.

  4. Inderdaad, dat laatste deel verloopt altijd sneller dan verwacht, dat heb ik nu al een paar keer meegemaakt.
    Veel sterkte gewenst.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.