Het aanschuiven van de ring
We gingen naar mijn vader om de ring te brengen. De prachtige versmelting van twee ringen, gemaakt door Marike met wie ik vroeger de tafels in Kanis&Meiland bediende maar die nu haar atelier Luz heeft. Ik was met Alex, we hadden ook samen die oude ring van mijn vaders vinger getrokken immers, dus er weer een ring aanschuiven samen, voelde passend.
Mijn vader zat er een tijdje ernstig naar te kijken. Toen begon hij de ring aan zijn linkerhand te schuiven. Dat verraste me, niet omdat ik zo goed weet waar hij altijd zijn trouwring droeg, maar er zat een goed zichtbare ringdeuk in zijn rechterringvinger.
‘Moet hij niet daar?’ wees ik.
MIjn vader keek bedachtzaam naar zijn rechterhand. Met een oneindig traag gebaar begon hij de ring nu aan zijn rechterringvinger te schuvien. Het paste niet. Het paste gewoon niet.
Marike had al zoiets gezegd, dat vingers zwellen en krimpen, maar ik had het niet verwacht, omdat we zo zorgvuldig gemeten haddden. En toch, de ring maakte een worstje van zijn vinger, het zag er niet uit alsof dat lekker zat. Ik had zeep en koud water nodig om ‘m er weer af te krijgen.
‘Links paste hij beter,’ zei mijn vader.
Wat zo was.
‘Wil je hem links?’
‘Dat zijn de Katholieken he?’ Hij zei het met een grijnsje. Ik merk zelden iets religieus aan hem, maar hij is van oorsprong joods.
‘Die dragen links,’ zei hij tegen Alex, die knikte.
‘Maar hij past wel beter,’ probeerde ik nog. Het zou mooi zijn, de ring hier achterlaten en dan een gelukkige vader, voor eventjes. Met een verhaal bovendien, verhalen helpen bij geluk.
‘Wil je dat?’ drong ik aan.
Hij keek van de ring naar mij en toen naar zijn vinger.
‘Katholiek? Dat wil ik niet,’ zei hij beslist.