Inpakken
‘Ridder,’ leest Woek.
‘Hihhiii,’ zegt Milo.
‘Draak,’ zegt Woek.
‘Draah,’ zegt Milo.
Ik denk dat we de belangrijkste woorden wel bij ons hebben.
We gingen niet, deze zomer. Lekker in Amsterdam, regen en zon, hard doorwerken. Totdat Edwin opeens bedacht dat we tóch even gingen. Vrijdag, zaterdag, stukje zondag. ‘Als het maar in de buurt is,’ zei ik mopperig. Dus nu zitten we in Schoorl in zo’n hotel met uitsluitend kortgeknipte grijze gasten, die als duiven opfladderen als…
Vijf dagen met niets dan fictie aan mijn hoofd. Dat is al een jaar of zeven niet meer gelukt. Het is nu al verhelderend, dat torenkamertje waar ik volgende week inga. Want zoveel ruimte als ik vroeger had – schrijven in treinen, in cafés, waar dan ook – zo strak is de fantasie nu ingepast tussen de…
En toen greep één van die verhalen de macht en nu denk ik dag en nacht aan een thriller, voor volwassenen nog wel. Heel erg buiten mijn doelgroep. Als mijn redacteuren dit lezen gaan ze vast zachtjes mopperen, want er stond zoveel kinderboek op de agenda, komt nog wel, heus wel, maar nu even niet….
Woek is uit logeren, Milo zingt ‘een, twee, drie’, tegen een Nijntje toren. Ik schrijf een verhaal. De vakantie begint eindelijk een beetje te wennen.
Het lege huis werd gisteren schoongemaakt door een schoonmaakploeg, dat gebrek aan stof ga ik straks zien, vanmiddag, voordat ik met mijn vader zijn oortjes ga checken – als het kan. Want hij is ziek, heeft antibiotica en is in zijn beste doen al niet de beste verslaggever van zijn eigen gesteldheid. ‘Wat hoort u…