Inpakken
‘Ridder,’ leest Woek.
‘Hihhiii,’ zegt Milo.
‘Draak,’ zegt Woek.
‘Draah,’ zegt Milo.
Ik denk dat we de belangrijkste woorden wel bij ons hebben.
Het is half zes, Milo heeft net huilend laten weten dat hij in ons bed wil. Hij zucht tevreden als hij op mijn hoofdkussen landt. Dekendiertje. Ik ben wakker. Ik denk aan het verhaal dat ik aan het schrijven ben. Een eigen verhaal, tussen alle journalistiek door. Dat het de rest van de dag niet…
Hoeveel columns passen er in mij? Gisteravond schreef ik nummer vijf (voor de Dagkrant van Theaterfestival Boulevard), maar nummer zes wil nog niet lukken. Misschien hang ik te dicht om het thema heen; huis, thuis, herkomst. Het is zo groot, waardoor alles zo groot wordt. Alsof er een gong galmt bij elk woord dat ik schrijf….
Gisteren belde ik mijn vader vanuit Griekenland. Via Miranda, van de afdeling, die naar hem toeliep en hem hielp om te videobellen. Ik zag hem liggen met dat witte kussen achter zijn hoofd, zijn witte haren, heel korrelig, zo’n heel andere wereld, zo heel klein en ik liet hem de wijde Griekse avond zien. Alle…
De buren hadden een vuurkorf en dat maakte het beeld wakker dat al een tijdje sluimerde. Dat ik mezelf ook bij zo’n vuurkorf zag staan, mijn eigen vuurkorf. Voor de boot, met een tafel vol hapjes en allemaal lachende mensen als in een reclame. “Wij hebben een gezonde én warme oplossing gevonden”, zei die reclame…
Het hartje op de koffie is mislukt, waar ik dan meteen iets achter zou kunnen zoeken, maar ik ben veel te blij dat er koffie is. Na een nacht vol rondhuppelende poezen en schrikkerige bedgenoten. Een echo van vroeger, een gemene grijns, toen de nacht minstens zo slopend was, maar zich heel wat avontuurlijker op…