Erbij
‘Maar ik wil met jou meehee, mama.’ Griep dwaalt nog steeds door de boot, en hoewel de kinderen geen koorts hebben, zijn de lontjes kort, de tranen talrijk. Het etentje zondag bij mijn jarige schoonmoeder gaat onverwachts goed: klein jongetje met vuurrode wangetjes op schoot, dat mijn eten opeet. Vanmorgen is er vóór school al pijn aan vingers, benen en oren. Maar ik ben erbij, besluit ik. Dan maar even geen nieuwe verhalen uitdokteren met de helft van mijn hoofd, terwijl mijn andere hand pap uit een snoetje veegt. Helemaal erbij. Milo dag kussen ‘morgen gaan we samen spelen’, Aran achterop naar school. Fietsen door de mist. Diep nadenken over gym en wat daar leuk aan is. Samen onderweg zijn.
Wat lief van jou).