Stickie
’s Ochtends maakt Aran zijn presentatie af, over boten, hij heeft er de afgelopen dagen een powerpoint bij gemaakt, maar oh ja, het moet op een stickie, want anders is het gedoe met inloggen en uitloggen op school zegt de meester en zijn laptop (nog van mijn moeder geweest) heeft allerlei gedeactiveerde software en is ook nog eens heel traag, waarna de USB stick onvoldoende geheugen blijkt te bezitten en de printer, theoretisch draadloos, nergens een computer vindt of andersom.
We hebben nog tien minuten, Spinvis staat op (de nieuwe liefde van Milo die hem ‘meneer Spinvis’ noemt en ondertussen kunst op mijn telefoon produceert), er moeten nog haren gevlochten en iets met tandenpoetsen, Arans presentatie komt terecht op een andere stick waar ook al mijn presentaties op staan (‘niet kwijtraken!’ roep ik) en de printer print een blaadje met onleesbare tekens. We halen even adem.
Drie minuten nog, en dan -1, we zoeken de printer die naast ons staat, mijn computer ziet hem, eindelijk, ‘misschien moet ik de meester appen dat het niet lukt,’ fluistert Aran. ‘Even wachten,’ snauw ik en tegen Milo roep ik dat hij zijn schoenen aan moet trekken. Ja, het staat erop, waar is de Aran-presentatie? Oh, die heet gewoon ‘presentatie’, stickie eruit, nu allemaal op zoek naar onze spullen, brood, drinken, tassen, is er gym? Wat had ik zelf ook alweer nodig, een tas, waar is mijn telefoon – op het bed, er staat een plaatje op – daar is mijn geld en hoewel mijn fiets nat is, zit er een plasticje om het zitje voor Milo, die anders met kletsnatte broek de school in moet hollen, het is glad door alle bladeren, maar hij glijdt niet uit. Aran heeft zijn fiets zonder piepen gepakt ondanks zijn angst voor Harry de reuzenspin die ernaast woont en wespen kan vangen, we halen het heus nog wel als we doorfietsen. ‘Komt allemaal goed jongens,’ zeg ik. Ze knikken.
Het ís al goed.