Gaat op pad
Ik wen niet snel. Aan niks, eigenlijk. Maar vooral niet aan reizen. Dat maakt dat het geweldig en minstens zo eng. Zoals nu, ik moet in Den Haag zijn bij een basisschool die daar ergens links achterin ligt en heb besloten om met het openbaar vervoer te gaan. Omdat door de file rijden minstens zo erg is en ik ga onderweg schrijven, is het voornemen. Maar ik ben zenuwachtig. Ik print nu de gegevens op de studio – uiteraard was de computer op de boot net vanmorgen stuk – ik scheur zo meteen naar het Centraal – ik weet zelfs het perronnummer. Ik ben zenuwachtig. Het is ook zo’n optreden op een school, zelfs al heb ik mijn fleurigste jurkje aan. Of eigenlijk; het optreden zelf is het minst enge. Het ding eromheen. De voordeur vinden, ik noem maar wat, die verstoppen ze nogal eens in zo’n blokkendoos, zodat je eerst een parcours door het struikgewas langs drie blinde muren achter de rug hebt voor je een deurtje vindt. Dat dicht zit, uiteraard. Sta je daar met een half bos in je haren. En dan weten ze soms niet wie je bent en als ze al weten wie je bent vragen ze zich af waarom je komt. Niet in dit geval natuurlijk, ik denk dat er in dit geval bij elke muur iemand op me staat te wachten om me de goeie kant op te wijzen. Althans dat hoop ik. Want nu moet ik weg. Als ik vanmiddag nog niet terug ben, zullen jullie dan even zoeken?