In de tijd en terug
Ik reed met mijn vader naar Kootwijk, de plek waar vroeger de boerderij van mijn oma stond. Nu niet meer, want de boerderij is direct na de verkoop platgegooid en nu staan er drie lelijke bouwsels, precies op de plekken waar vroeger de boerderij, de varkensschuur en de kippenschuur stonden. Dat moest vast van de vergunning. Toch viel het me mee om het in het echt te zien. Er woonden mensen, dat hielp denk ik. Het was geen doodse plek, wat ik door eerdere foto’s een beetje dacht. Door eerdere foto’s had ik een hele lange doodskist in schuur-vorm voor ogen.
We gingen ook langs bij de buurvrouw, maar die was er niet, dus kwamen we bij Gasterij ’t Hilletje uit, dat was onveranderd ballerig, jagerachtig en ze hadden er sla en hert. We mochten kiezen, gelukkig. Daarna reed ik nog wat over de zandpaadjes achter de oude boerderij, langs de begraafplaats en het huis van de oude Van Manen, waar we gasflessen haalden en weleens paaseitjes kregen. Ik was blij dat ik soms voor de Schrijverscentrale met de auto op pad ga, want ik vond het niet alsmaar eng, om tussen al die trekkers door te manoeuvreren. Nee, niet tussendoor. Er omheen, gewoon net die rand van de weg zoeken, de rand, niet het gat.
We gingen al bijna terug naar ons Landal huisje een heel eind verderop toen ik een zandweg zag waar we vroeger altijd fietsten. Een weg door de hei, door een spannende tunnel die uitkwam bij Assel oftewel: De Spoorwegovergang. Waar je hard naar het spoor moest rennen als er een trein langskwam.
Een magische plek, gevuld met vroeger, we reden ‘m met mijn auto en er zaten nog net zoveel gaten in de weg als toen. Alleen de stofwolken achter de auto wolkten niet op, want het was nog niet lang genoeg droog. En volgens mijn vader bloeide de hei niet.
‘Eethuis’ stond er op de gevel, daar schrok mijn vader een beetje van, want vroeger was het gewoon een snackbar. Maar wat bleek, toen we met rollator en al waren binnengereden: er was Niets veranderd. Banken van stukken boom, en soort gang met een keur aan friteur. Nog mooier; meestal is eten wat je vroeger lekker vond het eten van een weke herinnering. Maar mijn softijs was precíes net zo lekker als toen.