Het klotsende water
Ik sliep niet vannacht want het stormde. Wasknijpers inclusief mandje vlogen langs de stuurhut, tuinstoelen schaatsten over het dek. Twee jongetjes lagen zoet te slapen, ik zat steeds weer overeind in mijn bed. Het klotsende water, de zekerheid dat we gingen zinken, de app die zei dat de storm om vier uur zou ophouden. Wat hij ook deed. Weet ik, omdat ik vanaf 1 uur heb gewacht.
Ik haat storm. Vroeger had ik een hangoor konijn, Iejoor. Iejoor woonde buiten. Bij storm waaide zijn huis weg. Dan holde ik in mijn nachtpon van zolder naar beneden om de ren weer achter uit de tuin de vissen, anders viel die in de sloot. Iejoor zat meestal bibberend in zijn binnenhok waar twee bakstenen op lagen, tegen het vliegen. Ik ging dan bibberend bij hem zitten. Dat was alles. Samen de storm delen. Hij werd er nooit minder erg van, toch was er geen andere mogelijkheid.
Die reflex, het wakker worden als het stormt, is gebleven. Altijd lig ik wakker. In onze boot, heen en weer geduwd door die rottige zuidwester, al helemaal. Ergens in mij schuilt nog steeds een bibberende Iejoor.