De uitslag
Even leek het al niet meer relevant, dat geriatrische onderzoek van mijn vader. Want direct erna werd hij ziek en reageerde nergens meer op. Een stil delier, extreem veel hoesten. Maar gisteren belde hij me opeens op en klonk heel erg als zichzelf toen hij zei: ‘Hoe is het?’ Dat hij niet naar mijn antwoord luisterde vond ik niet zo erg. En vanmorgen, de jongens waren mee, want herfstvakantie, vroeg hij ze hoe het zwemmen was gegaan. Vier dagen geleden was dat! Ik was opgetogen, grip op tijd, dat valt op, als het niet meer voor de hand ligt.
Toen kwam de uitslag van het uitgebreide onderzoek en dat verraste niet, op alle fronten ging het slechter. De psycholoog had het over hersenen die er in feite ‘doorheen zakken’ als ze iets moeten vasthouden. Ik kon me er wel iets bij voorstellen. Iets met een wak en koud, donker water. De uitleg was lang en grondig, en vermoeiend.
Of het echt duidelijk was zo, vroeg de psychologe uiteindelijk ietwat bezorgd. En misschien verzon ik het, maar ik meende een klein grijnsje te zien toen mijn vader zei: ‘Dat zouden we moeten testen.’