De meerkoet heeft het gedaan
Toen mijn moeder nog in de revalidatiekliniek lag, zonder been, bijkomend van de operatie, werd het lente. Dus we gingen naar buiten. Achter de kliniek was een schelpenpad, een bruggetje, bomen.
‘Hoor je de specht,’ zei ze dan opgetogen.
Ik wees op plantjes, waarvan ze altijd de namen wist.
Het rondje werd steeds groter, hoewel ik altijd oplette of ze niet scheef ging zitten. Dan had ze stiekem pijn. Maar, verklaarde ze, als ik daar streng over deed, het was ook zo leuk, zo’n rondje.
We staken de weg over naar het aanpalende park, daar waren ook stokken, vooral die keer dat Milo mee was. Hij gooide de grootste in de sloot en wilde de volgende keer kijken of hij er nog lag. Hij lag er niet meer. Er zwom wel een meerkoet.