Met zijn allen in een wagentje
De stoel brak terwijl we er echt niks raars mee deden. Milo was even heel stil en had toen verf van de muur gepeuterd. Ik heb het allemaal opgebiecht aan de airbnb verhuurder die hieronder woont maar die we verder niet hebben gezien. Hij kwam niet meteen naar boven rennen dus misschien gaan we hem ook wel niet zien: vandaag vertrekt de boot terug naar Nederland, trossen los, en dan nog steeds een stukje vakantie over. Ja, dit is zo’n wollig stukje over hoe fijn of eigenlijk vooral ook hoe raar het is om opeens gezin te zijn. Of opeens, dit schrijft iemand die ook tien jaar aan haar rijbewijs heeft moeten wennen. En dat ze míj de weg op lieten gaan. Zoiets. Dat je opeens met zijn vieren op pad bent en dat niet alleen, dat we bij elkaar horen, ombeurten willen eten, slapen, een andere kant op willen. Dat Milo en Woek dat vanzelfsprekend vinden is nog tot daaraan toe. Zij kunnen niet kiezen. Maar ik wel. En ik ben hier. En ik vind het geweldig.