Inpakken
‘Ridder,’ leest Woek.
‘Hihhiii,’ zegt Milo.
‘Draak,’ zegt Woek.
‘Draah,’ zegt Milo.
Ik denk dat we de belangrijkste woorden wel bij ons hebben.
‘Dat gepiel is wel wat voor jou,’ stelde Edwin droogjes vast nadat ik een heel weekend aan de computer geplakt had gezeten. Zoals ik vroeger banden plakte om mijn hoofd van mezelf af te leiden, was ik nu met monteren bezig. Dat kwam omdat ik Ed een videocamera cadeau had gedaan – ik geloof niet…
Gisteren belde ik mijn vader vanuit Griekenland. Via Miranda, van de afdeling, die naar hem toeliep en hem hielp om te videobellen. Ik zag hem liggen met dat witte kussen achter zijn hoofd, zijn witte haren, heel korrelig, zo’n heel andere wereld, zo heel klein en ik liet hem de wijde Griekse avond zien. Alle…
Heeft haar pennen gepakt.
2 augustus. Er zit hier Bikram yoga om de hoek en nu aarzel ik of ik er om negen uur of om elf uur heen zal gaan. Als ik om elf uur ga heb ik meer tijd om te schrijven, want vandaag komen mijn zoons samen met Edwin van Theaterfestival Boulevard proeven. We gaan naar…
Ik ben er doorheen, alle zin van Zeemeermeisje zijn gezien en gewogen. Mijn nieuwe kinderboek, dat hoop ik in het voorjaar gaat uitkomen (toch, Monique?). Deze laatste herschrijfrondes voelen als stofzuigen en tegelijk controleren of de plafonds wel deugen; het voelt als alle kanten tegelijk op kijken, terwijl ik met een verfkwast in mijn broekzak…
Ik bel mijn vader na het paleis in Fontainebleau. De jongens zitten in het park bij te komen van alle wandtapijten, ik wil nog even lopen. Na twee rondjes bellen neemt hij op, hij verstaat me niet, zegt hij. ‘Je moet de hoorn tegen je oor doen,’ antwoord ik. Ons altijd terugkerende refrein. ‘Ik hoor…