Voor tegen de regen

Het meest ontroerende moment komt tegen het einde als Xander Vrienten Trijntje Oosterhuis niet alleen bedankt voor de samenwerking, maar ook voor haar ‘armen’. Hij ontroert zichzelf per ongeluk als hij dat zegt, en ik, in de zaal, toch al opengewrikt als een oester – na een concertavond vol zoetmooie liedjes van Henny Vrienten begeleid door het Residentieorkest – én met Trijn én  met Xander dus -, ik krijg tranen in mijn ogen.  Hier staat een bassist op het podium, maar óók gewoon de zoon van zijn vader, die hij nog geen jaar geleden verloor. Een vader die er blakend van trots bij had moeten zijn, bij dit concert.

Na het bedanken komen nog twee prachtige nummers, met meerstemmige zang van het hele orkest en steeds dat stuwen van die band in combinatie met de stem van Trijntje. Om me heen deinende hoofden en zoals altijd valt me op dat het kunstpubliek in het Concertgebouw weer nét anders is dan het publiek in de Stadsschouwburg, en zou ik wel willen weten wat er zou gebeuren als je de inwoners van die verschillende kunsthallen met elkaar zou omwisselen. Een beetje zoals het heel erg schijnt uit te maken of je muizen de darminhoud van een andere muis geeft.

Gedragen door de muziek mijmer ik nog even door, ik zie bussen voor de deur stoppen, verbaasde bezoekers – ‘Nee sorry, ander gebouw, we hebben ons vergist, stapt u maar in’ – en de mensen dan uitstorten in die andere zaal en gewoon theater geven, of juist muziek. Een maatschappelijk cultureel experiment, gedwongen kruisbestuiving onder liefhebbers, een ‘verrassingsabonnement’, een culthit die weldra het land overspoelt en daardoor iedereen enthousiast maakt voor alle soorten kunst waardoor al die briljante makers eindelijk bij iedereen in zicht komen en misschien wel voor het eerst in hun leven kunnen verzuchten: ze willen me allemaal! Ik word eindelijk gezien.

Want dat zien, dat moet je voelen. Dat is een extra dimensie en hij zit in muziek en in theater en in alle kunst en het heeft met inzien te maken, maar hoe precies, dat verschilt per muis, ik bedoel, per mens. Het is niet alleen kijken, het is meevoelen, meedeinen wellicht. Niet heel ingewikkeld trouwens, voelen is weten.
Om me heen staan ondertussen de mensen te klappen en ze blijven klappen. Bange muizen die de darminhoud krijgen van dappere muizen worden er zelf ook dapperder van (of het andersom ook werkt ben ik trouwens vergeten). Mooie liedjes maken dapper. En hoopvol bovendien. En dus, als bonus, je gaat er ook wat beter van zien.

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.