Privépeuter
Ik zag een vrouw op tv die zei dat je geen foto’s van kinderen online moet zetten. Ze had het nog niet eens over naakte kinderen. Ze had het over kiekjes van gewone, schattige, aantrekkelijke, blozende kotertjes. Omdat je niet weet wat mensen ermee gaan doen.
Wijze woorden, zo leek het, want deze mevrouw keek voor haar werk elke dag naar foto’s op pornonetwerken en kwam daar ook familiekiekjes tegen, argeloos online gezet.
En dat wil je niet, betoogde ze. ‘Dat zulke mensen naar je kinderen kijken.’
Er zijn werelden waar blikken schade aanrichten. Waar waarschuwingen trouwens ook altijd, al duurt het soms even, tot een ongeluk leiden en waar de meest voorzichtige mens het gelijk stevig aan zijn zijde heeft.
Het is de wereld van de angst.
Wie altijd waarschuwt dat je op moet letten, kan altijd ‘ik zei het toch,’ roepen als iemand dat één keer, eventjes, niet doet. Wie peuters in de porno tegenkomt, roept het feitelijk al. Ik zei het toch. Jij kiest ervoor die foto te laten zien. Dus.
Verkleurloos de wereld! Begin bij jezelf.
Maar hoe zit dat met publiciteitsfoto’s van Milo? Hoe zit dat met kindermodellen? Hoe zit dat met foto’s op openbare plekken die anderen nemen? Moet ik de toerist die bij mij de brug fotografeert en een stukje kind in zijn kader meepakt, zijn veel te dure camera uit handen meppen? Het is immers mijn schuld als ik het niet doe en de foto van mijn spruit in compromitterende omstandigheden opduikt. Waarom heeft voorzichtigheid altijd gelijk en waarom word ik daar zo opstandig van?
Bloot en ouder dan twee, kan volgens mijn Aran (8) écht niet meer.
Gelukkig heeft Milo al één basisregel van de zedigheid van zijn broer opgepikt. Laatst was er bezoek en er was sprake van een opblaasbadje. ‘Ik ga even privé omkleden,’ riep mijn vierjarige en holde omstandig zijn slaapkamer in.
‘Klaar,’ riep hij even later tevreden. En stapte poedelnaakt het badje in.