Klaar voor de laatste van de kinderboekenweek
Mijn tas staat klaar, de Powerpoint stuurde ik gisteren naar basisschool Ter Cleeff. Straks rij ik ernaartoe, met die mix van zenuwen en nieuwsgierigheid. Het zijn groepen vijf en zes, de jaren waar de meisjes de hoogte in schieten en de jongens zich nog rond en wollig in kluitjes voortbewegen.
Vier klassen achter elkaar, die in omvang toenemen; eerst twee keer ruim dertig, daarna twee keer bijna vijftig kinderen. Mijn Powerpoint is mijn houvast, want na twee klassen weet ik niet meer wat ik al heb verteld, zodat ik steeds op het digiboard kan kijken wie ik ook alweer ben.
Geen foto’s (denk ik), dikke trui aan want laatst stonden de ramen zó ver open dat ik rillend de les afmaakte.
‘Ik sloot ze gisteren omdat hun lippen blauw werden,’ zei de juf verontschuldigend, ‘maar werd meteen door een ouder gebeld dat mijn ramen niet dicht mogen.’
Scholen, die kleine bolwerkjes, die mini samenlevingen en ik, de gast, met een tas vol briefkaarten met Beste broers voorop en achterop schreef ik 100 keer ‘ook met groeten van Jowi’. Voor opa of oma.