Kater te water
Zes uur ’s avonds.
Ik ging al geen glühwein drinken op het schoolplein. Want dat is de gewoonte tijdens het uurtje kerstdiner. Kinderen binnen, ouders buiten met de drank. Ik wilde schrijven.
Het plan was dus: Aran wegbrengen met zijn meloenkerstbomen. Even een Weg op de bus voor winnaar Bart. Terug naar boot. Nog precies een half uurtje tikken en dan hopen dat Ed het avondeten wilde maken. Dan Aran weer halen.
Maar Chris stond zo heerlijk saxofoon te spelen met een goeie gitarist aan zijn zijde en Kika had al zo’n kartonnen bekertje vast en het is zo leuk altijd om haar te spreken. Twee glühwein later, en dat duurde niet eens zo lang, belde Edwin opeens, ik voelde toevallig het trillen in mijn zak, blijkbaar stond het geluid uit.
‘Mo ligt in het water, kun je snel komen? Ik zie hem nergens.’
Mo is de kater, en het water is donker, en het hek van het schoolplein zat op slot, dus ik holde de voorkant van de school uit, een vrouw fietste voorbij, ‘mag ik een lift?’ riep ik, ja haha, deed ze, en ik zei nee serieus en toen mocht ik achterop en reed ze speciaal voor mij tot aan de boot, waar ik niets zag dan natte spetters overal.
Binnen stond Milo met zijn jas nog aan en Edwin kwam net aanlopen, bloederige strepen op zijn gezicht. Hij had Mo gered. En Mo had tijdens het redden al zijn nageltjes uitgeslagen. Kletsnatte Mo had zich onder het bed teruggetrokken. Het was tien voor zeven.
Terug naar het diner, met Milo op zijn loopfiets, en alles duurde net die vijf minuten langer waardoor we even rondhingen in het halletje met de jassen. Milo zei tegen iedereen: ‘Mo was in het water gevallen. En Papa zat onder het bloed.’ Maar de meeste ouders waren meer bezig met hun glimmende kinderen in het klaslokaal die we net tussen de tekeningen door konden zien.