Hier en daar roze
Ik dacht over een blog en wat de grenzen zijn. Toen met Milo was het overleven. Dus ik schreef. Er was geen grens. Anderen voelden hem wel, die grens, vonden dat ik er overheen was gegaan. Dat zeiden ze niet letterlijk, ze zeiden, gut, schrijven over een te vroeg geboren kind, dat zou ik niet durven. ‘Niet durven’ is soms net zoiets als ‘dat staat je apart’. Met durven had Milo alleen niets te maken. Met moeten alles. Schrijven over mijn moeder gisteren, en over kanker, dat was wel iets met een grens. Doe ik dat, het online zetten van familieangsten. Ze is niet van mij, mag ik het dan zeggen (hoewel ik het vroeg en ze ja zei – maar dat maakt blijkbaar niet genoeg uit). En ook: moet je niet, als je over je moeder schrijft, niets en niets dan de waarheid schrijven. Op een blog dan. In het openbaar dan. En wat is dan de waarheid en als ik banger ben dan de dokters zeggen, wat schrijf ik dan op. Dat waren geen echte vragen, dat waren dus grenzen. Een heel rijtje. Dit is de waarheid: ze is mijn moeder. Ik hou van haar. En ik vind dat ze het tot nu toe, met mij, met de kanker, heel goed heeft gedaan, dat we ergens onderweg weer naar elkaar toe zijn gewandeld, stapje voor stapje. En ‘heel goed’ betekent dan dus iets met het universum vol gevoel, bulkend, pulserend, barstend ook van liefde. Ik ben blij dat ik er even was, gisteren, in het ziekenhuis. Met twee jongetjes die er verlegen van waren. Zoveel gordijntjes, zulk raar uitzicht, oma, die zonder bril in bed lag, haren los, hier en daar roze geverfd.
Eén reactie