Geboren
Na het Torenkamer avontuur een kort gesprek met mijn jongste zoon.
Milo: ‘Ik ben in april geboren.’
Ik: ‘Nee hoor, in mei.’
Verliefde blik van Milo: ‘Ja. Ik ben in jou geboren.’
Na het Torenkamer avontuur een kort gesprek met mijn jongste zoon.
Milo: ‘Ik ben in april geboren.’
Ik: ‘Nee hoor, in mei.’
Verliefde blik van Milo: ‘Ja. Ik ben in jou geboren.’
We hebben Milo’s haar nooit geknipt, dus nu heeft hij lange krullen. Pluizig lange krullen, minstens-één-keer-per-dag-borstelen-krullen. Gisteren deed ik er een knotje in. Hij stond de hele tijd voor de spiegel verbaasd naar zichzelf te kijken. Tot het knotje los was. Toen at hij de tafel op.
Volgens Woek heet het alleen school als je kan zeggen in welke groep je zit en er elke dag heengaat. Een dag per week telt dus niet, maar toch. Camjoles had ik vandaag. En dat gaat de komende weken nog even elke woensdag door. Camjo, dat is met de camera in de hand interviewen. Eigen…
Ik ben buiten op onze steiger aan het puinruimen. Het is acht uur, ik heb nog niet eens koffie gedronken. Maar straks komen de vuilnismannen en dan is het toch handig als dit en als dat en nog meer kindertroep die eigenlijk kapot is, met die mannen meegaat. Spinnen. Overal. De meest prachtige webben (webs) verwoest…
Soms heb je iets vaker gedaan, leer je er niks van, en helpt het toch. Zoals niet slapen de nacht voor vertrek, vooral als je weet dat je vroeg op moet. Ik denk niet dat me dat ooit is gelukt en daarom vind ik het nu niet zo erg. Dat typische ‘ik heb niet geslapen’…
Als je in de gang van het Groninger Museum door de hoge ramen keek, bleek je onder het waterniveau te staan. Er waren ook stoeltjes zodat kinderen zelf konden kijken, maar Milo werd het liefst opgetild. De ramen waren diep zodat je erin kon zitten. Hij zat in ieder raam. ‘Nu zijn we nat’, zei hij steeds…
Ik lag in mijn roze badjas op de bank, na het douchen overvallen door onstopbare moeheid. Kindje aan de ene kant, kindje aan de andere kant. Ik bekeek ze eens, die kindjes, waarop Milo begon te juichen: ‘Hij heb hem ogen open!’ Ik draaide me zijn kant op: ‘Zíj heeft háár ogen open.’ Hij knikte…