Heuveltjes
Afzeggen, dat moet nogal veel als je man gekneusde ribben heeft en in het algemeen wat wankel is. De dierenarts (we mochten verzetten), theaterbezoek (zeer baluh), tennisles (ze waren boos). Autorijden door de stad doe ik ook opeens. Naar t OLVG vandaag en eerder naar de dokter drie straten verderop, inclusief de jongetjes die keer, want waar moesten we ze anders laten. Tussendoor werken. Met de laptop, heel flexibel en globetrotterig. En het lukt nog ook, lang leve de wifi. Fietsen naar de nieuwe crèche, Milo naast me op zijn eigen fiets, met helm, over allemaal bruggetjes en dan meteen daarna hard trappen om weer een nieuwe heuvel op te komen. ‘Ik zet even mijn kracht aan, mama.’
Als ik eerlijk ben vind ik het ook leuk. Zo heel afwisselend, veeleisend, helder bovendien. Dat gesjouw ook met iedereen, een soort miniavonturen zijn het. Want het is gedoe, maar wel lekker gedoe met zijn allen. We hebben allemaal onze kracht aan. Of bijna allemaal, sommigen moeten eerst nog één heuveltje.