Dag 3
Ik vind het elke dag een enorme luxe; hier naartoe fietsen, en dan met zo’n pasje een heleboel deuren openen, trappen op, hup door naar het kamertje waar mijn computer staat. Ik woon waar mijn computer is.
In een warm klein galmend kamertje dus, maar het Vondelpark is maar mooi mijn achtertuin (als ik dit schrijf hoor ik de echo van de torenkamergasten die mij voorgingen. Arm park, altijd maar weer de achtertuin van iedereen. Vooral vanaf 13 uur wordt het druk, ik verdwaalde vanmiddag in een nest yoga-mensen, ze kwamen allemaal tegelijk naar buiten. Laatst zag ik dat ook bij de boot waar ik woon; maar daar waren het lieveheersbeestjes.)
Dag 1 was de dag van de romantiek, dag 2 van de twijfel, vandaag is er werk verricht. Ik heb een heel schoolschrift volgeschreven. Achter elkaar door. Met dansende letters.
Wacht, ik fotografeer het even.
Ik zette opa in de steigers. De strijd ging tussen opa of Erik van achttien, en opa kreeg de meeste stemmen bovendien had ik er zelf ook iets heel plausibels voor bedacht, namelijk dat ik weet dat er ziel zit in dit verhaal. En dus mag het komen. En áls ik dan wil dat het er komt, dan moet ik het nog wel dóen. En dat is meters maken. Uren schrijven. Liefst op een terras met uitzicht op mensen, zonnetje in de rug – hier dus.