Lief
We brengen Woek naar school en fietsen door naar de Hema. Dan naar de slager, de kluswinkel, de fietsenmaker. De fietsenmaker zet de voetsteuntjes van het fietsstoeltje van Milo wat lager terwijl Milo gewoon op het stoeltje kan blijven zitten. ‘Dankjewel,’ fluistert Milo met grote ogen. We fietsen weg. ‘Dat was lief,’ zucht mijn kind.
wat indrukwekkend!
Liefs, Hendriek
ik vertel het Eise, dag!
Dank je Hendriek! Liefs ook aan Eise.