de schrijver ging uit netwerken
Ik had een stokbrood bij me, misschien dat het daardoor kwam. Het stak half uit mijn rugzak, type canvas/hippe jongen met baardje. De rugzak, niet het stokbrood.
Ik liep ermee door het DeLaMar, omdat daar het boek dat ik grotendeels had geschreven, werd gepresenteerd ter ere van vijftien jaar VandenEnde Foundation en vijf jaar DeLaMar. Ik had een jurkje aan, mijn allermooiste laarzen, maar dat stokbrood, dat droeg ik dus ook.
Het was een mooi evenement, Cornald Maas was erg goed op het podium en iedereen die optrad ook. Ik zat helemaal vooraan, naast het bestuur, een ereplek. Mijn tas had ik onder een stoel weggemoffeld. Mijn voornemen: na het officiële deel ga ik netwerken. Het was immers ook mijn jubileum. Ik schrijf al vijftien jaar het jaarverslag van de Foundation, ik ben al een jaar huisschrijver van het Delamar. Netwerken is bovendien nuttig, voor een ZZP-er.
Het laatste applaus klonk, ik holde langs de rij naar Janine van den Ende om haar mijn roversboek in handen te drukken. Want dat was mijn andere voornemen. Een cadeau geven voor hu
n feestje, om te bedanken voor alles. Van tevoren leek het een goed idee: een heel officieel boek en dan daarnaast zo’n springerig boekje. Mevrouw Van den Ende stond daar zonder tas of niks, tussen de hoge heren en dames, met opeens een kleurrijk kinderboek in haar handen. Daar moest ze de komende receptie nog mee rondlopen. Moest ik het weer uit haar handen trekken? Ik schuifelde weg. In de foyer was het een komen gaan van heerlijk eten, rijkelijk belegd met BN-ers. Ik maakte een kort praatje met Natasha en haar man en toen hoorde ik mezelf zeggen: ‘Nu moet ik gaan, want ik moet Woek ophalen.’
Het volgende moment stond ik buiten. Toen zat ik op de fiets. Ik trapte als een zotte. Het was twee uur, ik hoefde Woek pas om drie uur op te halen. In de bak van mijn fiets lag mijn tas, het stokbrood stak eruit. Het werd een beetje nat door de regen.