De randen van huizen en het bestaan
Ik nam me net voor om dit jaar vooral geld uit te gaan geven, in plaats van het de hele tijd heel erg te willen verdienen. Er is iets met dat ‘willen verdienen’ waar ik moe van ben. Niet dat ik niet meer werk, niet dat dat kan, maar ik ga voor ‘kom maar door universum’.
Ik schrijf het en denk aan aardbevingen, aan de A12, aan de luxe van mijn wensen – ik schaam me kort, en loop dan verder. Het huis van mijn vader is leeg, de makelaar verordonneert keuringen en foto’s, nog even en het staat op Funda. Mijn vader krijgt tegelijkertijd ook een soort funderingsonderzoek (en dat was bijna net zo lastig om te regelen als dat lege huis) en ook bij hem weten we binnenkort waar we aan toe zijn. Of nou ja, dat wisten we eigenlijk al; we zwemmen in dat soms zo kleine zwembad van het eindeloze nu. Laat wat er komen gaat nog maar even daar. Geen prognoses, geen wens om voor welke toekomst dan ook schaapjes op welk droge dan ook te hijsen. Eerst eens wat letters in het zwembad gooien (en kijken of er ook een bubbelbad-knop op zit).