De behandeling van uw vader
Aran en Milo gingen gretiger dan anders naar opa omdat ik ze een wortel had voorgehouden; ze mochten aldaar alvast een verjaarscadeau uitpakken. In het kader van de scheiding en de eerste keer verjaardagen besloot ik dit jaar tot maximale verjaardagsspreiding. Dit was stap één. Mijn tante was er ook, dat was de tweede wortel, en we namen stroopwafels mee, wortel nummer drie. Onderweg in de auto luisterden we de prachtpodcast ‘De kunst van het verdwijnen’ van Bart van Nuffelen, er scheen zelfs een zonnetje. De benzine was weer duurder geworden.
Mijn vader was zo duizelig dat zijn oog trilde, de iris bedoel ik, als een naakthondje – maar dan irisvormig.
Had ik nog nooit gezien, zo’n intern trillend oog. Hij deed het ook vaak dicht, wat ik me goed kon voorstellen. Ik maakte koffie voor bij de stroopwafels. In mijn mailbox las ik dat de acunpuncturist bereid was tot huisbezoek, zelfs al vreesde hij zelf dat zijn behandeling weinig effect had. ‘Er is verder niets dat helpt,’ had ik hem geschreven. Hoop helpt ook, een beetje.
De cadeautjes vielen in goede aarde en er was ook een cadeau van mijn broer; een schaakboekje van Max Euwe met zelfs nog een schaakpartij erin uit 1972: mijn vader tegen ene meneer Klein. Wist mijn vader niet meer, wie die meneer was (en of het een meneer was – maar waarschijnlijk wel, destijds speelden zo ongeveer drie meisjes op de hele wereld schaak).
De jongens speelden de partij na. Het leverde een eindspel met veel pionnen op en een wat rommelig einde, maar toch een uitkomst. ‘Jij hebt gewonnen opa,’ zei Milo.