De tijd nemen om achteruit te reizen
Het geheim van effectief werken, is niet afwachten. Niet afwachten tot de trein zich in beweging zet, niet controleren waarom er op de monitoren staat dat we ons in Rotterdam bevinden terwijl je toch vrij zeker weet dat het Leiden is, en zeker niet gaan checken, in en uit de trein lopen en dan nét op het perron staan als het ding zich alsnog richting Amsterdam Centraal spoedt. Niet aarzelen, meteen instappen en werken, want áls je op dat station was achtergebleven, Leiden of Rotterdam, dat zou het er op dat moment niet eens meer tot doen waar je was, het zou vooral niet-Amsterdam zijn – dan zou zich het besef aan je opdringen dat je nu te laat ging komen om je jongste zoon van school te halen en moest je dus, behalve het ontdekken van een nieuwe, passende – bij voorkeur extreem snelle- trein, ook bedenken welke ouders ingeschakeld konden worden om een tijdelijk reddingsplan toe te passen en dán zou je je realiseren dat de enige vrouw die je kent iemand is aan wie je absoluut geen schulden wilt hebben, ook geen mentale.
E-bike huren, een Uber nemen, de file in die zich dezer dagen ook rond half vier al ophoopt aan de randen van Amsterdam. Dat allemaal niet dus. Want effectief werken is meteen beginnen, een verhaal typen over wat dan ook en dat op je website plaatsen omdat het zo ingewikkeld is als een naaste ziek is, om daar dan níet over te praten. Of wél, maar dan met behoud van een zekere privacy omdat het immers een volwassen mens betreft en niet een, noem eens wat, prematuur geboren kind dat nog zo onderdeel van jezelf voelt dat het woord ‘privacy’ geheel niet in je opkomt.
Dát premature kind dus, dat straks reeds vijfjarige en geheel verhit naar buiten holt en uitsluitend hoofdletters roept ‘Mama! Je hebt heel geen genoeg eten voor me gemaakt!’ en vervolgens weigert zijn jas aan te trekken op de fiets, maar dat zal m leren, want het regent sneeuw en hij is een koukleum, dus die hobbel, voorzie ik, smelt zichzelf.
Effectief schrijven dus. Zitten, de wereld langs laten flitsen (rij altijd achteruit, dan kun je hem nakijken), maar voorwaarts schrijven. Want schrijfweten is anders weten en hoewel ik het aan niemand heb verteld, weet ik hier, nu, waar zijn we, Heemstede, dat ik blij ben dat mijn moeder morgen eindelijk het ziekenhuis uit mag en door naar de revalidatiekliniek. Nieuw hoofdstuk, vol nieuwe confrontaties, maar als ik vandaag op tijd kom, dan hebben we dat alvast gehad.