01 Dus hier zit de zomer
Gisteren belde ik mijn vader vanuit Griekenland. Via Miranda, van de afdeling, die naar hem toeliep en hem hielp om te videobellen. Ik zag hem liggen met dat witte kussen achter zijn hoofd, zijn witte haren, heel korrelig, zo’n heel andere wereld, zo heel klein en ik liet hem de wijde Griekse avond zien. Alle lampjes op de berg, de zee, de witte bootjes die als busjes naar de overkant dienen. Hij vond het mooi. En dat is het hier ook. Het is werk, dat heb ik de afgelopen kinderboekenweken geroepen en zo zag ik er ook een beetje tegenop, maar het is ook heerlijk. Hier is een zee waar je gewoon in kunt zwemmen zonder dat je hart van de kou drie extra buitelingen maakt en ik schrijf dit met blote voeten en korte mouwen en uitzicht op – oké, een bewolkte – maar zwoele lucht. Alexandra Broeder doet hier onderzoek voor haar nieuwe voorstelling, hier op Poros, en ik ben mee als ‘embedded journalist’ in opdracht van het Fonds Podiumkunsten.
In janauri publiceer ik een logboek in de Theaterkrant en dichter naar Alexandra’s voorstelling toe volgende jaar komt er nog meer, hoop ik. Het is een tocht van een week met ‘dreamhealer’ Edward Tick en zijn vrouw Kate en we zijn hier sinds gisteren, dus veel kan ik nog niet vertellen, behalve dan dat het leuk is om naar de dromen van interessante mensen te luisteren. Er is ook een vol programma dat al bijna begint, dus ik stop hier, met als laatste mededeling dat ik prima sliep vannacht, bedankt voor de belangstelling, en ik droomde ook, maar wat precies, dat weet ik niet meer. Wat dan weer precíes klopt bij mijn wakende staat van zijn: ik droom ook steeds vanalles over mijn leven, maar ben nergens meer zeker van.