Zon met een wolkje spuug
Ik pluk een wit jongetje uit de klas, tranen als hij me ziet. De juf zei het al: ‘Hij heeft hoofdpijn, maar hij zegt ook dat hij jou mist omdat je naar Parijs gaat.’
Niet dat ik al weg ben, en ik ga naar New York, maar het missen is er niet minder om. Vertrekken maakt in kinderlevens per leeftijd een andere indruk. Kenia vorig jaar ging behoorlijk goed; Milo kon het geen bal schelen, Woek wel, erg groot was het allemaal niet.
Dit jaar is Milo achterdochtiger, maar het begrip tijd is nog steeds niet helemaal ingedaald.
Woek is alvast nadrukkelijk met missen begonnen. Met spugen zelfs, daarnet na het ophalen achterop de fiets, toen ik net de stad in wilde om in de zon een ijsje met m te eten. Geen koorts, geen buikpijn, wel smartelijk huilen. We keerden spoorslags met riekende jasjes terug naar de bank. Naar een luisterboek en een kopje thee om bij te komen.
‘Dit is mijn derde keer spugen in mijn hele leven,’ stelde hij zelf net tevreden vast.
Het gaat dus alweer wat beter.