Ik loop
Doordat het ging sneeuwen was ik begonnen met lopen. Mijn studio is twintig minuten van de boot, en de route leidt langs een supermarkt en langs water.
Dat lopen bevalt na een ruime week zo goed, dat ik vind dat ik ermee door zou moeten gaan. Al was het maar omdat je de zin ‘ik liep me vanmorgen af te vragen’ dan zowel letterlijk als figuurlijk kunt nemen, wat heel bevredigend is.
Onderweg zijn er buurvrouwen, maak ik praatjes en glimlach naar mensen met mondkapjes die meestal eerst heel strak terugkijken en dan ontdooien.
Maar het kost zoveel tijd.
En ik voel in de verte de lente naderen en alle dingen die ik nog wil doen, binnen wil halen, geschreven wil hebben, iets met verslinden en grijpen en er doorheen rennen, nee racen, sneller dan ik zelf ben en dát is nou precies wat je niet doet met lopen, sneller zijn dan jezelf. Wat je misschien wel nooit bent, maar wat je wel kunt hopen? – of toch gewoon, nog even lopen.