Citroencake in het bos
Vandaag zou mijn moeder tachtig zijn geworden. In plaats daarvan is ze al anderhalf jaar dood. Ik bak citroencake met Aran, naar het recept van die geweldige blog van Caroline en haar vriendinnen, de Universal Moms.
De hele ochtend heb ik foto’s van Aran zitten uitzoeken voor zijn twaalfde verjaardag, dan krijgt hij een fotoboek. Nog liever wil hij een playstation 5, maar je hebt waarde en waarde, dat weet je als twaalfjarige vast al – de playstations zijn bovendien allemaal uitverkocht.
Ik ben er een beetje wiebel van, van die foto’s, de cake, de rit naar mijn vader straks, meteen door naar het bos, naar het bankje voor mijn moeder. Met die cake natuurlijk, in de vorm van een hartje, een cakevorm uit het ouderlijk huis.
‘Ik bak toch niet meer,’ zei mijn vader.
Dus bak ik met Aran.
Ik mopper op de boter die vrolijk druipend uit de oven komt, waar ik hem – was de bedoeling – alleen maar even liet kamertemperaturen. Ik mopper op het meel, dat enorm volkoren is, wat niet helemaal hoort bij iets luchtigs als een cake.
‘Ik heb een soort van koud,’ zeg ik dan.
We hebben de eieren in het deeg, het meel zit er ook in.
‘Ik voel het aan je,’ zegt mijn oudste ernstig.