Je schijnt er enorm veel van op te steken, van zo’n vakantie
We zijn ontzettend op pad. Gisteren de buurt verkend en alvast even naar de film, vandaag twee keer achter elkaar in het Omniversum en verder het strand. Een bergje schelpen in een frisbee, die even later op de hotelkamer mee het bad in mogen. Op driedaagse vakantie met mijn oudste zoon van zes, die steeds zingend voor me uitloopt met zijn iets te dikke pensje (heeft hij van zijn moeder). Goeie gesprekken hebben we ook.
Na de zielige panda’s en de zielige mammoeten van het Omniversum eten we in het Berlage restaurant en ik wijs: ‘Kijk, dat gebouw is door dezelfde architect gebouwd. Dat kun je zien omdat er dezelfde kleur steentjes en dezelfde bouwstijl is toegepast.’
Woek: ‘Dat gebouw is niet hetzelfde!’
Ik: ‘Niet helemaal, een beetje zoals Milo en jij niet helemaal hetzelfde zijn, maar wel broers.’
Woek: ‘We zijn wel hetzelfde!’
Ik: ‘Niet.’
Woek: ‘Wel, we houden allebei van Playmobil en snoep.’