deadline deel 2
Dus ik begon vanmorgen om half acht met schrijven aan de tekst die vorige week had gemoeten en dat vond ik meteen heel erg fijn. Verdwijnen in een verhaal, spoorzoeken naar grote lijnen. Eén uur ’s middags had ik als deadline beloofd en om tien voor één, daarnet dus, was ik klaar met de eerste versie.
Uiteraard dient zich dan per direct (na een cracker en wat muesli) de vraag aan wat ik wil met de rest van mijn leven.
Ik denk dat het straks een uurtje yoga wordt. Want dan gaat mijn hoofd even uit. En dat staat, sinds ik vrijdag een gruwelijke documentaire die The Cave heette heb gezien – waarin een oneindige hoeveelheid gemutileerde kindjes in een kapot gebombardeerd Syrisch ziekenhuis werd binnengebracht – niet meer stil. Onder dat ziekenhuis hadden ze een gangenstelsel gebouwd (the cave), en daar liep de hoofdpersoon steeds doorheen, een slanke moslima met zo’n lange jas en een hoofddoek – wat heel goed werkte bij wijze silhouet – (en dat zou ik laten zien met een foto maar dat mag volgens mij niet, zomaar foto’s van documentaires doorplaatsen, dus zoek m anders zelf even op mocht je dat beeld willen zien).
Al mijn dromen zijn nu ook volgelopen met gangen, in combinatie met mijn moeder en gemutileerde lichaamsdelen.
Steeds als ik wakker word op verschillende momenten in de nacht heb ik zin om op mijn kop te slaan en te vragen of dat onderbewuste associëren nog van plan is lang door te gaan. Want echt lekker slapen is het niet. En zo ja, dan ga ik in de tussentijd wel even wat anders doen. Opstaan bijvoorbeeld en extra vroeg aan zo’n deadline beginnen. En natuurlijk manieren zoeken om de dingen anders te bekijken. Wat me dan weer doet denken aan de toiletrolhouder die mijn ouders in de wc hebben staan. Zo’n staaf waar de wc-rollen op elkaar gestapeld omheen zitten en een ronde bodem. Op die bodem staat, ik denk dat mijn moeder het er met kleine verfstreekjes op heeft geschilderd, de tekst: hier zijn de rollen omgedraaid. Als kind duurde het eeuwen voor ik het begreep, het uitzicht vanaf de bodem. Maar nu snap ik het. Ik pas straks bij yoga gewoon de woorden van de wc-rolhouder toe (want wie zegt dat je wijsheid niet overal kunt vinden). Ik ga de boel van de andere kant bekijken, van de onderkant. Zou een grot op zijn kop de hemel zijn? Of draaf ik nu door?