Maria is weer thuis
Toen we in het dok lagen, de derde dag ofzo, stond er opeens een man in de stuurhut. Dat was verder logisch, want in zo’n dok zetten ze een hele grote trap neer (type vliegtuigtrap maar dan wiebeliger – en viezer), en daarmee loop je door tot je boven bent. Het was Antoine, de oude schipper. De man die de Maria Z. (vernoemd naar Maria, zijn vrouw) dertig jaar lang als vrachtschip gebruikte, hoewel ‘gebruiken’ bij een geliefde boot meteen zo raar klinkt.
Buiten, beneden, waren inspecteurs van de verzekering bezig. Met een hamertje om het schip en dan vrij hard op zwakke plekken tikken. Altijd spannend.
Het was geweldig om Antoine aan boord te hebben, want hij wist alles. ‘Wat is…’ begonnen de inspecteurs dan, en dan zei hij het al, de beun en daar moet je even op letten want…het derde roer zat daar, zie je dat?
En hij wist dus ook dat we in de werf lagen. Hoe dan, vroeg ik.
Nou, zei Antoine, dát de Maria Z. weg was, had ik al meteen gehoord. Er varen altijd oude bekenden langs jullie ligplaats. Die sturen me dan een berichtje: ze hebben een roestig sloepje op het achterdek gelegd. Ze hebben een feestje. Zo blijf ik op de hoogte, zei Antoine, met een grijnsje.
Dat de Maria Z. weg was wist hij dus meteen, waar we heen waren moest hij even uitzoeken. Uiteindelijk was het via mijn blog en dan vooral die foto die ik erbij had geplaatst. Het uitzicht vanuit het dok. Dat uitzicht herkende hij. Zaandam, kon niet anders. Voor hij het wist was hij in Zwijndrecht in zijn auto gesprongen en een uurtje later was hij hier.
Dat je een horizon ziet en weet waar je bent. Ik dacht meteen aan het schrijven van een botendetective. Iemand die door immense kennis van watertjes en schepen de grootste inzichten heeft. Als je een leven lang schipper bent, dan kijk je anders. Dáárom moet je dus meerder levens leiden, dacht ik vervolgens, door al die kennis zie je meer. En meer zien is de zin van het leven – of zou dat beter luisteren zijn. Antoine vond het niet erg dat ik mompelend wegliep, die stond met de inspecteurs naar een klinknagel te wijzen.
Nu liggen we weer op onze eigen plek. Ik schrijf dit in diezelfde stuurhut, maar dan met zicht op de vaste rode brug. Af en toe draai ik me om en zwaai naar de grote boten in het Amsterdam Rijnkanaal. Opdat Antoine het ook weet, dat we er weer zijn. Wat hij natuurlijk allang weet.
Met genoegen hebben wij je stukje gelezen over Antoine en de Maria Z. Heel leuk! We hebben er helemaal een voorstelling bij. Doe Antoine de groeten als jullie hem weer spreken. veel plezier weer terug op jullie ligplaats op een mooie onderhouden Maria Z. groeten, Johan en Ciska