Werd er steeds beter in

Ik parkeer de auto op het enorme scholencomplex en loop tevreden, want ruim op tijd, de verkeerde school binnen. Daar dwaal ik even rond, tot een haastig moeder mij de weg naar buiten wijst.
Een meisje, groot blad traktaties in de armen, wil wel met me de goeie kant oplopen. Ze moet er toch heen. Ze is jarig ja, maar groep 7, dus ik kan straks niet voor haar zingen. Ze kijkt me verschrikt aan. Zingen, dat kunnen wildvreemde volwassenen maar beter niet doen.
Maar ik voel me feestelijk. Dit is mijn laatste school van de Kinderboekenweek. Zondag nog even naar Den Haag, maar geen scholen meer. Ik ben ze binnengegaan en kwam vol verhalen weer buiten.
In de lerarenkamer zijn twee moeders de kinderboekenweekversiering alvast aan het opruimen.
Op de gang hangt alleen nog een slinger met foto’s van lezende opa’s en oma’s. Ontroerend, die trotse grootouderblikken.
Ik mag drie groepen acht. Ze blijken rug aan rug gepland, zonder pauzes en tussen het gymmen en het bezoek van een middelbare school door.
Ik sta er heel professioneel bij te kijken. Geen pauzes, geen enkel boek van mij, tuurlijk, we gaan toch met klas verhalen maken.
Bij de derde groep gaat het mis. Ik ben gaar van die twee uur ervoor (we hebben al eenhoorns, groene draken, roze olifanten en uiteraard een schetenlatende superoma gehad) en deze klas bijt zich vast in magisch laarzen. Een wereld waar de mensen opeens verdwenen zijn én magische laarzen. De hoofdpersonen staan naast me: Viez en Zchoon. Zij moeten de wereld redden, maar zij weten het ook niet meer.
De klas rommelt.
De juf zit aan haar bureau stevig te smsen, ik denk niet om haar vrienden te laten weten hoe goed ik bezig ben (En dat heb ik nog helemaal niet meegemaakt trouwens; ik hoorde klachten in de wandelgangen over neuspeuteren leerkrachten, maar die van mij waren tot nu toe geweldig. Laten we zeggen dat het door de magische laarzen komt).
We doorbreken de impasse, uiteindelijk, ik haal Hercules erbij, die magisch laarzen blijken slechts één van de vijf magische opdrachten, er is een prachtgevecht op het einde en de hoera, de mensen zijn weer terug op aarde, lang zullen ze leven. Hebben wij, de kinderen van groep 8 en ik, de wereld toch maar mooi weer even op de kaart gezet.
’s Nachts bedenk ik dat ik de juf op een stoel midden in de klas had moeten zetten. ‘En dan ben jij de eenhoorn. Geef mij die telefoon maar, vertel ik het aan je vrienden.’ En opeens verheug ik me oprecht op de volgende Kinderboekenweek.

 

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.