Swiss
Lonneke en ik zijn in Genève op kraambezoek. Het jongetje in kwestie is inmiddels 16 maanden oud, maar het mag nog, vinden we allemaal. Mijn koffer zit vol met Jip en Janneke spullen. Balthazar, zo heet het jongetje, is vooral geïnteresseerd in het pakpapier en de bekertjes. We drinken een heleboel koffie samen.
Het is die ene dag dat het regent, dus na de cadeautjes maken we een wandeling door zacht druipend oerwoud. Want hoewel het centrum van Genève een nogal aangeharkte indruk maakt, hebben ze er bergen, en bomen, en veel ongelijke paadjes tussen berg en bomen door.
Het is heerlijk en ongemakkelijk. Vrienden die je maanden niet ziet, je kent de details van hun leven niet (kende ze misschien nooit echt), dus de helft van de vragen begint met ‘hoe zat het ook alweer’. En dan, als luchtspiegelingen, rijzen daar traag die vergezichten op, stukjes leven in een ander land, een Canadees en een Zwitserse, met hun Alpenkind, dat met de kinderwagen meehobbelt.
Passages. Straks vliegen we alweer terug en ik schrijf dit in een fantastisch hotel vlakbij het station, waar ze ook al zoveel koffie hebben, maar dan zonder Jip en Janneke bekertjes.