Pier en visjes
Morgen ga ik met Woek drie dagen op vakantie. Naar Scheveningen, naar een hotel met een zwembad. Met zijn tweeën, de andere jongetjes passen op de boot.
Volgens mij zijn we allebei van al die gegevens onder de indruk. Het gaat er in ieder geval vaak over. Vooral over wanneer we ook alweer precies gaan.
Het antwoord is steeds iets met ‘over-morgen.’ En dat is nog te ver weg, vindt Woek.
Tot gisteravond. Vlak voor het slapen gaan zegt mijn zoon tevreden: ‘Morgen kan ik zeggen dat ik morgen op vakantie ga.’