Naar links afwijken maar het corrigeren
Mijn vader heeft nieuwe oren en nieuwe wielen. Een coole uitvinding die wielen, ze zitten aan zijn gewone rolstoel en dan moet je wel duwen, maar pakken die wielen je intentie op, net als een elektrische fiets. Alleen is mijn vaders intentie dankzij zijn herseninfarct hard rechts, zacht links, dus rijdt hij steeds bijna tegen de muur op. We zijn op weg naar zijn kamer, hebben eerder die oren opgehaald in de orenwinkel en zijn al een tijdje onderweg.
Ik sta rechts in de hal van het tehuis. Ik zeg: ‘Mijn kant op!’. En dan kijkt hij me aan en rijdt links bijna tegen de muur op. Maar dan, met een korte beweging van zijn rechterhand corrigeert hij op het laatste moment. Ik herken dat gebaar, het komt van vroeger, van autorijden, toen hij nog zelfverzekerd zijn koers bepaalde.
‘Naar mij!’ zeg ik weer en zoef, hij is los en glijdt op me af. ‘Verstond je dat?’ vraag ik. Hij knikt. We grijnzen naar elkaar; even iets wat goed gaat.