Aruba
We namen de bus naar San Nicolaas. Want de bus is leuk; dan zie je alle kanten van zo’n eiland. Het werkte; lus na lus, schoolkinderen in lange mouwen en spijkerbroeken terwijl het buiten dertig graden is. Af en toe een kreet van achterin de bus als de chauffeur moest stoppen. Wat nou haltes.
Omdat de stranden hier zo overweldigend bounty zijn en het water zo diep blauw is verwacht je, als Hollander, opgegroeid met prentenboeken van tropische eilanden, er omheen niets dan palmbomen en groen en huisjes, geen stoffige wegen en veel oningevulde stukken land. Ook geen berg met depressieve bomen die bij nader inzien een bos van cactussen blijken te zijn. Dat is het fijnste; dat je het gewoon nooit had kunnen verzinnen, maar dat het er toch is.
Dat is goed voor een Nederlands hoofd, opgegroeid in een aangeharkte wereld. Zien dat niet alles een vakje heeft, dat niet alles ergens in hoeft te passen. Die twee oranje vogels bijvoorbeeld, die hier net op een stoel landden (ik zit binnen, het is hier half acht ’s ochtends, buiten is het al heet). De eerste keek even naar me, de tweede kwam de eerste halen om te spelen ofzo, door mij kwam het in ieder geval niet dat ze wegvlogen. Die vogels horen in geen enkel hokje.
En dat laat ik lekker zo.
Ja zo zie je maar,dat jou gedachten en vele van ons waarschijnlijk ,totaal een ander beeld hebben van zo’n eiland.
Maar wel goed dat jullie het bewust mee kunnen maken,veel liefs