Gravel bijten
Hij had het één keer op school gehad en wist het toen zeker: tennis was superleuk.
Na de tweede keer wist hij het nog zekerder. Dus ik googelde wat en vond een plek, waar nog plek was ook.
Nu heeft Aran al een tijdje tennisles. Bij zo’n man met een stem van vier banen ver. Een man die best leuke spelletjes verzint. Die graag en luid over de tennisclub moppert. Die vooral aandacht geeft aan de kindjes die het al kunnen.
Heel erg leuk vindt mijn zoon het niet meer, maar we oefenen door de week en Milo houdt enorm van achter ballen aanrennen, dat helpt.
En iedere les is Aran, eenmaal op de baan, toch weer enthousiast.
Zelfs gisteren, in die bloedhitte. Tot het einde toe sprintte, mepte en sloeg mijn zevenjarige zich het zweet op het hoofd. Niet dat de leraar het zag, die stond voornamelijk te brullen dat hij het heet had. En af en toe riep hij er achteraan: ‘Wat doe je nou?!’ Ik geloof niet dat hij de kinderen bij naam kent.
Tenslotte riep Vierbanenver dat Aran even die achterste baan moest vegen. Maar het veeggeval hing aan een te hoge haak. Dus Aran rende erheen, hing vervolgens zwetend aan het hek, sprong er tegenop, deed zijn knalbest om zijn opdracht te volbrengen. Vierbanenver liep zonder om te kijken de cantine in.
Warm hoor, even een cola.