Dit is het grootste probleem: mijn moeder is dood.

Dit is het op één na grootste probleem: mijn vader weet het even niet zo goed.
Dat mag natuurlijk best, maar er komt wel veel rommel van. Die moet ik steeds opruimen en ik ben nog maar tien.

Olivia en haar vader wonen in een boot in de tuin van de kapsalon. Elke vrijdag bakken ze cake en kijken ze samen naar de lucht. Alles is tijdelijk, want dat hebben ze zo afgesproken. En dat is eigenlijk wel prima. Voor nu.

Tijdelijkheid kan wel lekker zijn, dacht ik die avond in bed. Ik had een ronde buik van de cake en de chocolaatjes en mijn vader was nog even aan het opruimen in de kapsalon. Ik lag op mijn rug op bed en tekende met mijn tenen cirkels op het plafond, dat ik kon aanraken als ik mijn benen strekte.
Ondertussen luisterde ik naar het tikken van de touwen in de wind. Mijn moeder hield van het tikken en kraken. Aan een zeilboot tikt of kraakt altijd wel iets. In plaats van eng was dat geruststellend – na een tijdje dan, als je wist welkegeluiden bij de boot hoorden.
Alsmaar rond gingen mijn tenen, en in de cirkels die ik op het plafond tekende zag ik steeds het gezicht van mijn moeder. Vooral haar glimlach. Ik begon eraan gewend te raken.


Recensie Volkskrant

 

Ik heet Olivia en daar kan ik ook niets aan doen
Uitgeverij Lemniscaat 2011
terug naar boeken